'We moeten oppassen dat het niet gaat doorschieten'

'We moeten oppassen dat het niet gaat doorschieten'

De Thorner dirigent Jan Cober betreedt deze zomer tijdens het Wereld Muziek Concours twee keer het podium van de Rodahal in Kerkrade. Met de Banda Sinfónica Municipal de Madrid treedt hij op in de concertcyclus. Met de Koninklijke Harmonie van Thorn doet hij in het slotweekend een gooi naar de wereldtitel in de concertdivisie. “Het een is mijn werk en het ander mijn hobby,” zegt de 70-jarige musicus.

Het is deze zomer precies 25 jaar geleden dat Jan Cober de Koninklijke Harmonie van Thorn in de Rodahal naar het kampioenschap in de hoogste divisie leidde. Daarna volgden nog twee wereldtitels (2009 en 2013) met de Koninklijke Harmonie Sainte Cécile uit Eijsden. Volgende maand is de Thorner dirigent na negen jaar weer eens in wedstrijdverband aan het werk te zien op het WMC. Als geen ander weet hij wat de publieke opinie van hem verwacht: de wereldtitel naar het witte stadje brengen. En toch voelt het deze keer allemaal anders dan al die andere keren dat hij als favoriet aan de start stond. “Ik werk er veel meer ontspannen naartoe”, zegt hij. “Dat komt omdat de druk nu ergens anders ligt.” Dat ‘ergens anders’ is Madrid. Tweeëneenhalf jaar geleden is Cober in de Spaanse hoofdstad aan de slag gegaan als chef-dirigent van La Banda Sinfónica Municipal de Madrid. Zo’n beetje het meest prestigieuze professionele harmonieorkest van Spanje. Gemiddeld verblijft hij twee weken per maand in Madrid. Maar nu corona onder controle is, nemen ook de activiteiten van de banda toe. De afgelopen maanden vloog hij vrijwel wekelijks op en neer. “De komende zeven weken staan er 19 concerten op het programma”, verheugt hij zich. “In Buñol, Llíria, Cullera en al die andere bekende Valenciaanse muziekstadjes. Maar ook in Duitsland en op het WMC in Kerkrade. En natuurlijk in Madrid zelf.”

Artistieke pakket
De aanstelling bij La Banda Sinfónica Municipal is de kroon op de carrière van de Limburgse dirigent. Het orkest bestaat uit 90 beroepsmusici. Allemaal als ambtenaar in dienst van de stad Madrid. Het repertoire bestaat hoofdzakelijk uit authentieke Spaanse blaasmuziek, symfonische transcripties en volksmuziek. Het orkest verzorgt een eigen concertcyclus in het Teatro Monumental. In de zomermaanden trekken de openluchtconcerten in het beroemde Parque del Buen Retiro duizenden mensen. Jan Cober is er verantwoordelijk voor het gehele artistieke pakket. Voor de directie, de programmering, het aantrekken van gastdirigenten en solisten, maar ook voor het personeelsbeleid. Een enorm drukke baan. Mede ook door de vele neventaken. Maar Cober voelt zich er als een vis in het water. “Het is een groot professioneel apparaat dat moet functioneren”, vertelt hij. “Maar het is een fantastisch orkest. Het klikt heel goed met de muzikanten. Het is echt geweldig om met zo’n orkest te mogen werken.”

Focus
Zijn werk in Madrid heeft zijn focus verlegd. Niet dat het dirigentschap van zijn beide amateurorkesten in Limburg op het tweede plan terecht is gekomen. In tegendeel zelfs, hij verheugt zich er enorm op om iedere week in Eijsden en Thorn op de bok te mogen staan. Het is alleen zo dat de druk om muzikale topprestaties te leveren niet meer uitsluitend bij deze orkesten ligt. Hij kan er meer relaxed mee omgaan. Meer van genieten ook. “Het is geweldig om te zien hoe de muzikanten van Thorn naar het WMC toeleven. De betrokkenheid is groot. Het repetitiebezoek en de voorbereidende concerten zitten allemaal ontzettend goed in elkaar. Er wordt met enorm enthousiasme en muzikale begeestering gewerkt.”

Bijzonder
Datzelfde geldt voor de plek die het WMC in zijn huidige leven inneemt. Hij is er van jongs af aan mee opgegroeid en ziet het Kerkraads festival nog steeds als een bijzonder evenement. Hij kijkt ernaar uit om er volgende maand zowel met zijn Spaanse orkest als met de Thorner Bokken op het podium te staan. “Ik heb nog steeds een speciaal gevoel voor het WMC. Altijd gehad ook. Ik heb het van binnen en van buiten leren kennen. Ik heb een enorme bewondering voor de organisatie. Met name voor de vele vrijwilligers die het festival in stand houden. De vrijwilligers uit het Kerkraadse zijn geweldige mensen. Daar is het ook helemaal aan te danken dat het nog steeds gehouden kan worden.” Maar het is niet meer het enige evenement dat speciaal voor hem is. “Voorgaande keren kon ik er een jaar lang naartoe leven. Maar nu maak ik zoveel mooie dingen mee dat ik het WMC zeker nog wel koester als iets speciaals, maar het is niet meer het enige.”

Wereldpremière
Met beide orkesten hoopt hij volgende maand veel blaasmuziekliefhebbers op het puntje van de stoel te krijgen. Te beginnen op maandag 11 juli met de Banda Sinfónica Municipal de Madrid. Op het programma staat onder meer de wereldpremière van Trittic0 Eclettico (Concerto for clarinet & wind orchestra) van Johan de Meij met Arno Piters (Concertgebouworkest) als solist. “We gaan er een geweldig feest van maken”, belooft Cober. “Met zang, ballet en geweldige solisten.” Met de Koninklijke van Thorn komt hij in het finaleweekend van het WMC in de hoogste divisie. Thema van het concert is De mystieke cirkel van het leven. Details wil hij nog niet verklappen, maar de vaste WMC-volgers kunnen zich alvast verheugen op blaasmuziek van het allerhoogste niveau. “Het idee achter het thema is dat allerlei patronen en aspecten in het leven telkens weer terugkomen. Dat gaan we vanuit verschillende invalshoeken belichten.”

Sleutelbegrippen
Net als vijf jaar geleden zijn voor de optredens in de concertdivisie communicatie met het publiek en het overbrengen van emotie sleutelbegrippen voor de optredens. Streven naar een maximale concertbeleving. Toevoeging van niet-muzikale elementen - zoals visuele elementen, theater, dans, poëzie, enz. - ter versterking van de muzikaliteit wordt daarbij gewaardeerd. Cober was destijds een van de pleitbezorgers van dit idee. Inmiddels is hij daar een beetje op teruggekomen. “Het moet een product zijn waarin de muziek het belangrijkste aspect is maar waar wel een verbinding in zit. Het is belangrijk dat er een thema door het programma loopt, waar je handen en voeten aan kan geven. Alles wat daar aan poespas nog bijkomt mag echter alleen de thematiek versterken en niet de muziek naar een ander platform brengen. We moeten oppassen dat het niet gaat doorschieten waardoor het theatraal wordt. Dat het de meest ingewikkelde en kostbare producties worden. Op een concert is dat prima, maar hier hangt er, hoe je het ook wendt of keert, een predicaat aan. Dan dient de pure muzikale waarde voorop te staan.”

Faciliteiten
Afgezien van het feit dat dergelijke producties klauwen met geld kosten, beschikt de Rodahal ook niet over de faciliteiten voor al die technische toeters en bellen, stelt Cober. Bovendien is er onvoldoende gelegenheid om al die technische aspecten volledig uit te diepen. Het volledige programma met het orkest repeteren is niet mogelijk. Cober: “Het pinksterconcert van Sainte Cécile in het Vrijthoftheater kost een hele dag aan voorbereiding. Daar is een heel draaiboek gemaakt voor beelden, acteurs, looprichtingen en noem maar op. Dat is op het WMC vrijwel onmogelijk. Daarom moeten we oppassen dat dit niet de overhand krijgt. Het moet geen show of spektakel worden omdat het mooie plaatjes oplevert. De muziek is de boodschap die je als orkest uitdraagt. Ondanks dat het mijn idee was om dit in te voeren, kom ik er nu wel van terug.”

Baken
Het WMC profileert zich graag als het laboratorium voor de blaasmuziek. Toch blijft het natuurlijk ook gewoon een wedstrijd. Het gros van de deelnemers gaat er naartoe om te scoren. En niet zozeer met de gedachte om een belangrijk steentje bij te dragen aan de ontwikkeling van de sector. Jan Cober heeft er alle begrip voor dat voor de meeste muzikanten het resultaat voorop staat. Ook hij hoopt uiteraard met de Bokken in de prijzen te vallen. Maar eigenlijk is dat de wereld op zijn kop, vindt hij. Cober: “Ik heb het WMC van alle kanten meegemaakt en kan me er wel in vinden dat winnen voor de orkesten en sommige dirigenten heel belangrijk is. Op dat gebied sta ik er wat gemakkelijker in. Ik ga er nu toch meer naartoe met de gedachte om voor de blaasmuzieksector een baken te zijn van hoe het ook kan. Zo kijk ik er toch al jaren naar, niet alleen op het WMC maar ook bij concerten. Alleen is het extreme van het WMC dat hier punten voor gegeven worden. En dat is natuurlijk weer idioot. Waar het niet om begonnen is, gaan we toch weer vastleggen in cijfers. We hebben ons al vaker de vraag gesteld of dat niet anders kan. En toch komen we telkens tot de conclusie dat wat je ook verzint er eigenlijk geen alternatief is.”

Dit artikel is overgenomen uit het juninummer van KNMO Klankwijzer Magazine.

Tekst en foto: Frank Vergoossen

Gepubliceerd: 26 JUL 2022 - 13:41
Laatste update: 29 JUL 2022 - 08:25