“We blijven nog te veel in ons eigen hoekje hangen”
In de rubriek De Dirigent brengt Klankwijzer een portret van een dirigent of instructeur uit de amateurmuziek. Voor deze aflevering nodigde de redactie Egbert van Groningen uit om zijn licht te laten schijnen over de hedendaagse blaasmuziek.
SAMENSTELLING: ONZE REDACTIE * FOTO’S: ROBIN VISSER
Wie is Egbert van Groningen?
Ik ben 50 jaar, getrouwd, heb twee kinderen en woon in Wierden. Van jongs af aan ben ik gefascineerd door muziek. Niet alleen hoe muziek klinkt maar ook hoe het in elkaar zit. Heel jong al probeerde ik stukjes muziek van de radio na te schrijven en te analyseren. Aanvankelijk was mijn muzikale interesse vooral pop en jazz georiënteerd, later kwam daar de liefde voor de klassieke muziek bij. Met name muziek uit de (hoog) romantiek zoals de Russische klassiekers Tchaikovsky, Stravinsky, maar ook Mahler en Bruckner. Ik ben geïnteresseerd in en thuis op vele muzikale vlakken. Dit komt in mijn werk als dirigent erg van pas.
Hobby’s buiten de muziek?
Ik doe aan hardlopen, maar zit nu even thuis met een vervelende achillespeesblessure.
Hoe ben je in de muziekwereld terecht gekomen?
Op mijn zevende gaven mijn ouders me op bij de plaatselijke muziekvereniging en ging ik lessen volgen op de muziekschool in Kampen. Eerst op een cor-hoorn, later op de trombone. Ik was niet per se een uitblinker, maar vanaf mijn middelbareschooltijd kreeg ik toch het gevoel dat ik wat meer wilde met muziek. In mijn havo-examenjaar heb ik de vooropleiding voor het conservatorium gevolgd en daarna ben ik trombone gaan studeren. Na mijn bachelor- en masterdiploma trombone heb ik hafabra-directie gedaan. Na zo’n 12 jaar studeren was ik er wel even klaar mee… alhoewel je als musicus en zeker als dirigent natuurlijk nooit uitgeleerd bent!
Hoe ben je uiteindelijk dirigent geworden?
Tijdens en na mijn studie heb ik veel geremplaceerd bij verschillende orkesten. Ik zag dus ook veel dirigenten langskomen. Goede en slechte voorbeelden. Ik heb daar ongelofelijk veel van geleerd. Tegelijkertijd werd ik wel eens gevraagd om hier en daar een repetitie over te nemen en vond dat erg leuk. Ook werd ik al snel dirigent van enkele jeugdorkesten. Ik kreeg echt het gevoel dat dit iets voor mij was. Dat deed me besluiten om na mijn trombonestudie directie te gaan studeren.
Wat trekt je aan in het vak van dirigent?
Gezamenlijk naar één doel werken, is het mooiste. En helemaal mooi als dat dan ook nog goed lukt! Of dat nu met een professioneel ensemble is of een amateurorkest, dat maakt niet uit. De beleving is hetzelfde. Het mooie van amateurverenigingen is dat ongeacht leeftijd, achtergrond, opleiding, status, etc., tijdens de repetities en concerten iedereen gelijk is en samen “in harmonie” tot elkaar moet komen. Een beter voorbeeld van inclusie en respect voor elkaar is er niet.
Ben je fulltime dirigent/docent?
Ik ben fulltime musicus. Dus naast dirigeren geef ik ook lessen en de laatste tijd arrangeer en componeer ik ook meer.
Had of heb je een voorbeeld?
Er zijn zoveel voorbeelden. Als dirigent vond ik vroeger (en nog steeds) Bernstein een geweldige dirigent met zijn flamboyante en (soms te) expressieve manier van dirigeren. Carlos Kleiber is ook een voorbeeld, maar van een heel andere orde. Die blonk vooral uit in zijn precisie en het uiterste uit zijn musici halen, maar tegelijkertijd ook door de geweldige manier waarop hij frasering in zijn dirigeren liet zien. Ik heb laatst trouwens een concert van Klaus Mäkelä bijgewoond. Dat is toch wel mijn nieuwe held! Op harmoniegebied is dat zonder twijfel Jan Cober.
Belangrijkste wijze les van je docent?
Zit als dirigent je muzikanten vooral niet in de weg maar leid duidelijk zonder te veel extra bewegingen die er niet toe doen.
Hoe zou je je stijl willen omschreven?
Ik probeer altijd eerlijk en respectvol te zijn in de omgang met mijn orkestleden. Dat is een belangrijke basis voor een succesvolle samenwerking. Dirigeer-technisch probeer ik altijd zoveel mogelijk de muzikale lijnen te laten zien aan mijn muzikanten. Maar niet te controlerend… ik probeer ze de ruimte te geven voor hun eigen muzikaliteit.
Waar heb je in je werk als dirigent een gruwelijke hekel aan?
Mensen die keer op keer onvoorbereid op de repetitie komen.
Grootste succes/hoogtepunt als dirigent?
Moeilijk kiezen. Mijn eerste concoursdeelname ooit met de Hellendoornse Harmonie waarbij we meteen promoveerden. De deelname van Excelsior Eibergen aan het WMC in 2017. Of het ballet Bells of Paradise van componist Ed de Boer dat de Harmonie Sint Jan op het WMC in 2022 in première mocht brengen.
Concoursen of concerten?
Beide. Ik vind het geven van mooie, speciale concerten geweldig maar ook het deelnemen aan concoursen vind ik goed werken in de ontwikkeling van mijn orkesten.
Concours, een noodzakelijk kwaad?
Zeker niet. Het moet geen doel op zich zijn, maar het is een geweldig middel om net wat dieper op de materie in te gaan en de muzikanten uit te dagen een tandje bij te zetten of iets te bereiken wat ze eigenlijk niet voor mogelijk hielden. Supermooi om te zien hoe sommige muzikanten op zo’n moment boven zichzelf uitstijgen.
Wat vind je van het idee om in de opleiding hafabra-directie een pedagogisch/didactisch deel als minor op te nemen?
Eigenlijk wel goed. De opleiding focust zich nu misschien iets te veel op het dirigeren van orkesten uit het hogere segment. Maar er zijn natuurlijk nog veel meer lagere divisie orkesten die goede begeleiding nodig hebben. Dat vereist weer andere vaardigheden dan het dirigeren van hogere divisieclubs. Ik zou het een goede ontwikkeling vinden.
Er is een grote vraag naar dirigenten. Wat zou je aan jongeren die twijfelen over een toekomst als dirigent willen adviseren?
Niet twijfelen! Het is een prachtig vak en als je de ambitie en drive hebt: ga ervoor! Er zijn op dit moment in ieder geval genoeg mogelijkheden om er werk in te vinden.
Hoe zou gestimuleerd kunnen worden dat meer jongeren kiezen voor een conservatoriumopleiding als hafabra-dirigent?
Aan de conservatoria is het tegenwoordig niet meer mogelijk om twee bacheloropleidingen te doen. Studenten die eerst een instrumentale bacheloropleiding hebben afgerond, kunnen niet meer een directie bacheloropleiding beginnen. Zij moeten dan meteen een (pre)master doen. Dat is toch waanzin. Misschien kan daar eens naar gekeken worden bij het ministerie. Trouwens, volgens mij zijn de directieklassen tegenwoordig toch aardig gevuld
“Het is een prachtig vak en als je de ambitie en drive hebt: ga ervoor!
Je bent ook docent. Wat is het mooie van dit vak?
Het doorgeven van kennis aan de nieuwe generatie is geweldig. Kinderen – en tegenwoordig ook steeds meer volwassenen – zo enthousiast maken voor iets waar ze hun hele leven lang plezier van kunnen hebben, is heel leuk om te doen. Daar zouden ze in Den Haag eindelijk eens de waarde van moeten inzien.
Welk orkest zou je wel eens willen dirigeren?
Hoog inzetten? Ik zou best wel eens het Koninklijk Concertgebouworkest willen dirigeren.
Met wie zou je wel eens een dag willen ruilen?
In het verlengde van de vorige vraag: de Finse dirigent Klaus Mäkelä. Dat betekent dan wel verdomd veel partituren studeren…
Hoe zou de muzieksector de aantrekkingskracht op de jeugd kunnen verhogen?
Door als orkest of vereniging niet altijd de gebaande paden te blijven betreden. Traditie is goed, ik hou daar ook van, maar probeer ook eens wat anders. Zoek samenwerkingen met lokale verenigingen, solisten, bandjes, koren. Zoek het ook eens in een ander genre. Ik ben bijvoorbeeld laatst met een van mijn orkesten een samenwerking aangegaan met een dj. Wat een feest was dat!
Stel je zou de baas zijn over de blaasmuzieksector. Wat zou je dan veranderen?
We blijven met zijn allen nog veel te veel in ons eigen hoekje van het culturele landschap hangen. We hebben als sector veel moois te bieden waar eigenlijk veel meer mensen van moeten kunnen genieten. We moeten onze sector nog veel beter leren te verkopen, want er gebeurt zoveel moois!
Wat stoort je aan de huidige gang van zaken in de blaasmuziekwereld?
Ik vind dat we wel eens wat meer naar elkaars concerten kunnen gaan luisteren. Ga er eens op uit en kijk wat de andere clubs in je omgeving doen. Het is niet alleen leuk om medemuzikanten te ontmoeten, maar het kan ook inspirerend werken.
Hoe zie je de toekomst van de blaasmuziek?
De toekomst ziet er natuurlijk niet zo heel erg rooskleurig uit. Kleinere verenigingen hebben het moeilijk om te blijven bestaan. Vooral de verenigingen die niet meegaan met hun tijd zullen omvallen. Dat is natuurlijk jammer, want er gaat zo veel muzikaal talent verloren. Aan de andere kant wordt er door sommige orkesten nog steeds op zeer hoog niveau gemusiceerd.
Wat zijn je ambities als dirigent?
Ik wil me altijd blijven uitdagen en ontwikkelen door bijvoorbeeld elke keer weer te zoeken naar nieuw en uitdagend repertoire. Zoveel mogelijk op de hoogte blijven van de ontwikkelingen zodat ik mijn orkesten steeds weer van goed advies kan voorzien. Misschien ooit een professioneel orkest dirigeren.
PASPOORT:
Naam: Egbert van Groningen.
Geboortedatum: 12 november 1973.
Geboorteplaats: Kampen.
Woonplaats: Wierden.
Instrumenten: Trombone, euphonium, piano.
Muziekopleidingen: Trombone Docerend Musicus, Trombone Masterdiploma, Hafabra-directie.
Begonnen bij: AMDG Kampen.
Dirigent bij: Hellendoornse Harmonie, Excelsior Eibergen, De Eendracht Aalten, Sint Jan Wierden.
Overige functies: Trombone- en euphoniumdocent Kaliber Kunstenschool, arrangeur/componist.
Op de foto: Egbert van Groningen: “Ze zouden in Den Haag eindelijk eens de waarde van muziek maken moeten inzien.”
Gepubliceerd: 21 sep 2024 - 09:23
Laatste update: 22 sep 2024 - 10:48